(Dit is een vervolg op Vrijmetselaarij en symboliek (1))
In de opera De Toverfluit komt veel vrijmetselaarssymboliek voor. Zowel Wolfgang Amadeus Mozart als Emanuel Schikaneder waren lid van een vrijmetselaarsloge – niet van dezelfde loge, overigens. Mozart was lid van een Weense loge en Schikaneder van een in Regensburg.
Over de Vrijmetselaars doen veel mythische verhalen de ronde, vaak verzonnen door tegenstanders van de loges om die in een kwaad licht te stellen. Vrijmetselaars zouden anti-christelijk of satanistisch zijn; banden hebben met de Illuminati of de Tempeliers; of onderdeel uitmaken van een geheime nieuwe wereldorde. Het feit dat de tradities van de Vrijmetselaars bol staan van de rituelen, en dat die tradities en de gebouwen van de Vrijmetselaars meestal niet toegankelijk waren voor buitenstaanders, hebben eraan bijgedragen dat de organisatie vaak met geheimzinnige of magische zaken in verband werd gebracht.
De waarheid is heel wat minder spannend. In feite is de Vrijmetselarij niet veel meer dan een vereniging van filosofen en intellectuelen. Om lid te kunnen worden van een Vrijmetselaarsloge moest een persoon daarvoor worden uitgenodigd: hij (vrouwen waren tot in de twintigste eeuw niet welkom bij de Vrijmetselaars) moest vervolgens diverse rituelen ondergaan en daarmee bewijzen dat hij betrouwbaar was en de ‘geheimen’ van zijn broeders niet zou verraden aan de rest van de wereld. De lieden die door een loge werden uitgenodigd waren vrijwel altijd van hoge status: edellieden, kunstenaars en politici, bankiers en zakenmensen. In de loges werd uiteraard gesproken over staatszaken, er werd genetwerkt en gefilosofeerd, en daaruit zijn complottheorieën ontstaan over achterkamertjespolitiek en schaduwregeringen.
Symbolen
De symbolen van de Vrijmetselaars – zoals de passer en winkelhaak – verwijzen naar het beroep van de architect. Vrijmetselaars beschouwen zichzelf ‘theoretische meesterbouwers’, die aan de maatschappij bouwen door ideeën over ethiek, moraal, politiek en samenleving te verspreiden. Wijsheid, rechtvaardigheid en eerlijkheid staan daarbij hoog in het vaandel.
Tevens verwijzen die symbolen naar de Grote Architect van het Universum – God – en/of naar de Tempel van Salomon. Vrijmetselaarsloges waren in grondslag uitgesproken christelijk, in veel loges is het nog altijd een voorwaarde dat een kandidaat gelooft in een Opperwezen om toegelaten te worden. Hoewel er inmiddels ook loges bestaan die atheïsten, moslims, joden of andersgelovigen toelaten, net als vrouwen of transgenders, zijn die nog altijd in de minderheid.
De Tempel van Salomon – de Bijbelse figuur die dankzij het Salomonsoordeel bij uitstek symbool staat als een wijs persoon – staat op zijn beurt symbool voor het ultieme architectonische streven en het doel dat iedere Vrijmetselaar wil bereiken: een perfecte ‘zetel voor de geest’, waarin alles rein, recht en regelmatig is. Het is een utopisch doel dat geen Vrijmetselaar ooit zal bereiken, maar door eraan te (willen) werken, bewijst een beetje Vrijmetselaar zich al waardig in de ogen van zijn broeders.
Vrijmetselaarssymbolen in De Toverfluit
In de zogenaamde ‘Wijsheidstempel’ kan gemakkelijk de Tempel van Salomon worden herkend. Op de deuren van de Tempel (die Wijsheid, Arbeid en Kunst heetten) staan diverse Vrijmetselaarssymbolen afgebeeld: het Alziend Oog en het schaakbord; Zon en Maan; hamers en aambeelden; passer, piramide, stapel stenen, een zuil, een zandloper; en ten slotte wordt er in een rijmpje op de derde deur nog even gerefereerd aan het alchemistisch huwelijk tussen man en vrouw. Sarastro wil Tamino toe doen treden tot een broederschap van wijze lieden – de Vrijmetselaars zelf natuurlijk – en hamert erop dat Tamino een wijs man dient te worden, die zich niet door de tranen van vrouwen (oftewel: onredelijke emoties) laat misleiden. De talloze referenties aan Isis en Osiris; het huwelijk van man en vrouw; Zon en Maan; allemaal zijn ze verwant aan de idealen van de Vrijmetselarij.
Leave a Reply